Jeugdprinses Benthe de eerste
Wij, jeugdprinses Benthe de eerste, bij de gratie van de Boomgaard, Heerser over alle jeugdige Nöttekrakers en Nöttekrakerinnekes, geven u eerbiedig te kennen en doen u verstaan:
Ten 1ste: Dat ik met Brabants bloed in mijn aderen klaar ben om van deze carnaval één groot feest te maken. Ten 2de: Dat ik als jongste van dit grote gezin dit carnavalsjaar eindelijk iets te vertellen heb. Ten 3de: Dat ik alweer de derde jeugdprinses op rij ben van de Nöttekrakers. Ten 4de: Dat het geen geheim meer was dat ik jeugdprinses werd, aangezien onze buurvrouw 24/7 via hun deurbel ons huis bewaakt. Ten 5de: Dat ik de eerste en de enige jeugdprinses van de Harde kern ben. Ten 6de: Ik graag Turn in de sporthal, maar deze carnaval de sporthal zelf op de kop zet. Ten 7de: Dat nu ik prinses ben, ik nog langer voor de spiegel zal staan. Ten 8ste: Dat ik gewend ben aan chaos thuis en dat graag deze carnaval ook wil zien. Ten 9de: Dat wij prins André de eerste samen met zijn gevolg hartelijk willen feliciteren. Ten 10de: Dat wij Prins André de eerste en zijn gevolg uitnodigen voor het blagenbal. Ten 11de: Dat wij dit jaar carnaval vieren onder het motto: "’T is niet te geleuven!" Aldus gegeven de zeventiende van de elfde in het carnavalsjaar 2025. |